Meester Geoffrey

Meester Geoffrey.nl - Onderwijsschatkist op het internet

Het binnenaanzicht van een auto
Groep 5-6 - Beeldende Vorming

Benodigdheden:

Tekenpapier en potloden
Met klem aangeraden: plaatmateriaal van de binnenkant van een auto, en van de wegen in perspectief (dus wegen die tegen de horizon aan verdwijnen)

In deze tekenles (bron: Tekenvaardig) maken de kinderen kennis met de begrippen dichtbij en veraf. Ze leren dat dingen die dichtbij staan groter zijn, en meer details hebben, dan dingen die veraf staan. Dat doen ze door middel van een tekening van de binnenkant van een auto, waarbij ze door het voorruit op de weg kijken.

Je kunt beginnen met een soort spelletje: "wat ben ik aan het tekenen?" Teken een auto van de zijkant op het bord. Vraag ook van welke kant we die auto nou zien: van de zijkant. Daarna kun je een auto van voren, achter en boven tekenen, en de aanzichten laten raden. Vervolgens teken je een binnenaanzicht van de auto. Dat doe je door het voorraam te tekenen, met een stuur eronder, en wat details zoals het handschoenenkastje e.d. Om dit binnenaanzicht gaat het in deze les.

Laat het plaatmateriaal zien. Heb je dit niet? Teken dan zelf een voorraam met wat details. Laat ook zien hoe de weg in perspectief tegen de horizon verdwijnt. Maar zorg dat je met het beeldmateriaal, of je bordtekening, duidelijk maakt dat voorwerpen die dichtbij zijn meer details hebben dan voorwerpen die ver weg staan.

De bedoeling is dus dat kinderen op een A4-papier ook een binnenaanzicht gaan tekenen. Ze houden het papier daarbij in de breedte, en tekenen het voorraam op minstens 3/4 lengte en 1/2 breedte van het papier. Maak duidelijk dat je het meest gaat letten op wat er op de weg getekend wordt, en of de regel van dichtbij en veraf goed nageleefd wordt. Natuurlijk moet er ook iets ín de auto te zien zijn. Het is daarom belangrijk dat je even uitkijkt naar plaatmateriaal hierbij, zodat kinderen ideeën op kunnen doen.

Bij mij in groep 5 was deze les uitermate goed gelukt. Het lijkt een moeilijke opdracht, maar als je het duidelijk uitlegt met goede voorbeelden, dan komen kinderen er wel uit.