Meester Geoffrey.nl - Onderwijsschatkist op het internet

Niks aan de hand... of wel?

De zorgen van Robin
Ik had in mijn klas een jongen, laten we hem Robin noemen. Robin was 11 jaar oud en heel slim voor zijn leeftijd. Met rekenen volgde hij bijvoorbeeld een eigen leerlijn, en hij lag al drie blokken voor op de rest van de klas. Op cognitief gebied ging het dus uitstekend. Maar daardoor was hij ook een ontzettende perfectionist, die de hoogste eisen stelde aan zichzelf. Zijn werk móest perfect zijn, voor toetsen móest hij een tien halen, en hij was best wel in staat om alles zelf, zonder hulp te doen. Zijn ouders zijn gescheiden, en hij woont bij zijn moeder. En zijn moeder wilde hij niet belasten met zijn problemen, want zelf had ze volgens hem al genoeg aan haar hoofd.

In maart kregen de kinderen de opdracht om een werkstuk en een spreekbeurt te maken. Bovendien moesten ze ook nog af en toe oefenen voor het verkeersexamen. Voor de meeste kinderen was het geen probleem: ze begonnen op tijd of niet, en dan moesten ze in de laatste week nog veel doen. Maar Robin zag je stiller worden. Ik vroeg hem op een dag: "Gaat het wel met je, Robin?" Maar hij antwoordde nonchalant: "Ja hoor, prima." Tot de laatste week van april. We zouden met groep 7 de route gaan fietsen, en we hadden gezegd dat alleen de kinderen die de route geoefend hadden mee mochten. En op maandag vroeg ik nog: 'heeft iedereen dat gedaan?' Ja iedereen, ook Robin. Maar woensdag bleek dat dat niet het geval was. Zijn moeder was heel verbaasd dat hij dat moest doen... daar had hij niks over verteld.

Mijn collega nam Robin even apart en confronteerde hem met het feit dat hij dus gelogen had. Op dat moment barstte de jongen in tranen uit. Alles was teveel: voor zijn werkstuk had hij 20 boeken uit de bieb geleend en hij wist niet wat hij ermee aanmoest, hij was bloednerveus voor zijn spreekbeurt, en hij had niet aan zijn moeder durven vertellen dat hij had moeten oefenen voor het verkeersexamen. En al die tijd had hij die zorgen op zijn kleine schouders meegesjouwd, in de hoop dat hij er zelf wel uit zou kunnen komen.

Robin is een typisch voorbeeld van de niks-aan-de-hand leerling. Een leerling die alle problemen zelf probeert op te lossen, en die niet wil toegeven dat ook hij soms hulp nodig heeft. Hoe kun je zo'n leerling nou herkennen en begeleiden?




Kenmerken van de niks-aan-de-hand leerling
Niks-aan-de-hand leerlingen zijn bijna altijd jongens. Van jongens is het bekend dat ze wat minder makkelijk over hun problemen praten dan meisjes. Het zijn ook vaak de kinderen die voorlopen op de rest (hoogbegaafde kinderen zijn vaak niks-aan-de-hand leerlingen!) Het belangrijkste kenmerk van dit soort leerlingen is dat het meestal perfectionisten zijn. Ze stellen hoge eisen aan zichzelf, en doen er alles aan om te voldoen aan het beeld dat anderen volgens hen hebben van hen. Als het een keer niet gaat zoals zij dat willen, dan kunnen ze daar overdreven emotioneel op reageren. Ze kunnen moeilijk relativeren.

Eigenlijk is het belangrijkste probleem van dit soort leerlingen dat ze niet genoeg vertrouwen hebben in anderen om hen te laten delen in hun problemen. Dat kan verschillende oorzaken hebben. Het kan zijn dat ze een negatief zelfbeeld hebben, en er vanuit gaan dat hun eigen problemen er toch niet toe doen. Het kan ook zijn dat ze een negatief beeld van anderen hebben, en denken dat ze meteen veroordeeld en afgewezen zullen worden als ze hun problemen laten merken. Een derde mogelijkheid is dat ze teveel rekening houden met anderen, en te weinig met zichzelf. In dat geval willen ze anderen simpelweg niet belasten met hun eigen problemen, en proberen ze het zelf op te lossen.

Signalen
De signalen waar je op moet letten als het gaat om niks-aan-de-hand leerlingen liggen eigenlijk voor de hand. Een leerling kan een niks-aan-de-hand leerling zijn als...
  • ... hij/zij zo min mogelijk contact met jou als leerkracht heeft. Niks-aan-de-hand leerlingen willen niet dat anderen erachter komen dat ze problemen hebben, dus proberen ze contact met de leerkracht te vermijden.
  • ... hij/zij teruggetrokken, ongemotiveerd, gestresst of verdrietig is in de klas. Dit is niet altijd goed te merken, maar als je er goed op let, kun je de emoties van kinderen wel peilen.
  • ... hij/zij overdreven emotioneel op situaties reageert. Het gaat om kinderen met een hoop stress, dus alles kan al snel teveel zijn.
  • ... hij/zij niet makkelijk over de eigen gevoelens of gedachten praat.
  • ... er met de leerling iets aan de hand lijkt te zijn, maar als hij/zij zegt dat er niks aan de hand is.
Natuurlijk hoeven deze signalen niet automatisch te betekenen dat het gaat om een niks-aan-de-hand leerling, maar in ieder geval zou wel het rode waarschuwingslampje moeten knipperen zodra je zulke signalen oppikt.




Begeleiding van niks-aan-de-hand leerlingen
Sowieso is het belangrijk dat je ervan uitgaat dat niks-aan-de-hand leerlingen altijd zorgleerlingen zijn, die je heel goed in de gaten moet houden. Het is van het grootste belang dat je in je klas een sfeer creëert waarin kinderen zich veilig voelen, en makkelijker over hun problemen praten. Dat kun je doen door zelf ook open te zijn over je gevoelens en zorgen (tot op zekere hoogte natuurlijk). Laat de leerlingen merken dat jij er als leerkracht voor hen bent, en dat ze altijd bij je terecht kunnen als ze ergens mee zitten.

Leerlingen mogen fouten maken, en moeten ook weten dat ze dat mogen. Als een leerling die normaal gesproken hoge cijfers haalt een keer een onvoldoende voor een toets haalt, laat dan merken dat je het niet erg vindt. Natuurlijk vraag je in zo'n geval wel even of alles in orde is, en je houdt het kind een tijdje in de gaten. Maar het kind zélf staat voorop en niet de toetsresultaten of werkstukken.

Wat ook heel belangrijk is, is dat je de ouders van het kind af en toe spreekt, om uit te vinden hoe het thuis met het kind gaat. Als je je echt zorgen maakt, praat dan ook met het kind zelf, en laat het weten dat jij je zorgen maakt en dat je er altijd bent om te helpen als het niet gaat. Probeer om het probleem waar het kind mee zit uit te vinden, en help hem om het op te lossen. Dan kan het kind weer schoon schip maken, en hoeft het zich niet meer zoveel zorgen te maken.

Alles wat ik vertel zal waarschijnlijk logisch klinken, en dat is het ook. Maar waar het mij in dit artikel om gaat is dat je weet dat er kinderen zijn die heel veel moeite hebben om hun problemen aan anderen te vertellen. Kinderen die als het ware steeds verder in drijfzand wegzakken, maar niet om hulp roepen omdat ze er zelf uit willen komen. Hou zulke kinderen scherp in de gaten, en biedt ze op tijd de helpende hand. Want hulp hebben ze echt wel nodig.

Tot slot
Ik wil dit artikel opdragen aan Robin, een jongen die mij een heel belangrijke les heeft geleerd: zorgleerlingen zijn niet alleen leerlingen die moeite hebben met een bepaald vak. Ook kinderen die ver vooruit zijn hebben af en toe hulp nodig.




Copyright ©2003-2024