Meester Geoffrey.nl - Onderwijsschatkist op het internet

De zegetocht van de Romeinen - deel 1

Vraag iemand om een volk uit de geschiedenis te noemen, en 9 van de 10 keer zal hij antwoorden: de Romeinen. Dit volk dat zijn oorsprong aan de monding van de Tiber vindt, heeft een reusachtige stempel gedrukt op de wereldgeschiedenis, en heeft een invloed die tot op heden nog voortduurt. Hoe kan het, dat een volk dat begon als herders en boeren, uitgegroeid is tot een wereldmacht, die half Europa en Afrika in zijn greep had? Laten we bij het begin beginnen.

De oorsprong
Het begon allemaal rond 800 v. Chr. Aan de monding van de Tiber in Italië leefden herdersstammen, die in het voorjaar de beschutting van de heuvels opzochten. Elke stam had zijn eigen heuveltje. Op een gegeven moment besloten de stammen dat het praktischer was om ook elkaars heuvels te gebruiken. Uit deze samenwerking is het prille begin van Rome geboren. Met behulp van de Griekse registratie van Olympische spelen, en de Egyptische registratie van farao's, konden Romeinse geschiedkundigen uitrekenen dat Rome precies in het jaar 753 v. Chr. onstaan is.

Het gebied waar de Romeinen woonden werd bestuurd door de Etrusken, die vooral in Toscane woonden. De Etruskische koning was dus ook de baas van de monding van de Tiber. Als een Etruskische koning stierf, vochten gladiatoren tot de dood om de eer te krijgen met de koning mee het graf in te gaan. De Etrusken hebben een flinke stempel op de levenswijze van de Romeinen gedrukt.
Toch wilden de Romeinen zelfstandig worden. Rond 500 v. Chr. weten ze eindelijk de Etrusken te verslaan en zelfstandigheid te verwerven. Ze zijn dat hele gedoe met koningen volledig zat en besluiten dat de samenleving van iedereen is. Res Publica. De belangrijkste mensen waren de mensen met het meeste land of vee. Dat was in het Latijn 'pecun' (vergelijk met 'pecunia', een ander woord voor geld). De Romeinen zijn dus van huis uit boeren.

Groei van het Romeinse Rijk
Al snel werde de Romeinen een machtig volk, en werden de rollen omgedraaid. Etruskië werd overgenomen en ingelijfd bij het gebied van de Romeinen. Het alfabet van de Etrusken werd ook door de Romeinen gebruikt. Wij gebruiken dit alfabet (in aangepaste vorm) ook nog vandaag de dag.

Het gebied van de Romeinen wordt snel uitgebreid. Na Etrurië volgen Campagne en Lazio. De taal van Lazio, het Latijn, wordt de officiële taal van de Romeinen. Vanaf 500 v. Chr. is er sprake van een Romeins schrift, dat in hun wetgeving wordt toegepast. In de veroverde gebieden woonden ook Grieken, die zich gespecialiseerd hadden in de handel. Daar werkten de Romeinen samen mee. Ze verhandelden graan, vee, wijn en olijfolie.




Het bestuur
Rome werd bestuurd als een republiek. De regering bestond dus uit de Senaat, oftewel: de Raad van Ouden (oude rijke families). Er waren zo'n 300 senatoren. De Senaat had een dagelijks bestuur van twee mannen: de consuls. Deze consuls werden benoemd voor één jaar door hun medesenatoren. Zo'n jaar werd naar de consuls vernoemd, bijvoorbeeld het jaar van Bracchus en Oretus. Er is geen sprake van democratie.

De Romeinen waren boeren. Hun instelling was conservatief en sober. De strips van Astérix en de film Gladiator zijn dus niet echt representatief. Die weelde die daar te zien is is gewoon niet Romeins. Romeinen waren producenten. Het transport en de handel van de producten die ze maakten werd verzorgd door de Grieken.

De andere grootmachten
Klik op het plaatje om te vergroten.
Rond 300 v. Chr. hadden de Romeinen het hele Italiaanse schiereiland veroverd. Ze waren een echte grootmacht geworden. Maar ze waren niet de enigste. Je had ook nog de Grieken. Griekenland was niet echt een politieke eenheid. Het bestond uit allemaal kleine stadstaatjes, die voortdurend in oorlog met elkaar waren. De eenheid lag vooral in de cultuur: de levenswijze van Grieken was overwegend hetzelfde. De derde grootmacht aan de Middellandse Zee was Carthago. Dat was een stad die lag op de plek waar nu de stad Tunis ligt. Het lag dus in Afrika, maar er woonden geen Afrikanen. De Carthagers waren afstammelingen van de Feniciërs, en zij waren de zeevaarders van de oudheid. Ze waren de eersten die een reis maakten van de Rode Zee om Afrika heen naar de monding van de Nijl. De Carthagers waren, net als de Grieken, bedreven handelaars. Je kunt je wel voorstellen dat er een behoorlijke concurrentie tussen die twee volken was.

Drie grootmachten vlak bij elkaar. Dat kan niet al te lang goed gaan, en dat gaat ook niet goed. In de derde eeuw voor Christus slaat de vlam in de pan.




De Eerste Punische Oorlog
Rond 300 v. Chr. bloeide de handel dus, en dat was vooral gunstig voor de Grieken en de Carthagers. Maar overal waar handel was, waren ook piraten. Daar hadden beide volken nogal last van. Daarom besloten ze samen een strafexpeditie tegen de piraten op te zetten. De piraten moesten toen vluchten en zochten hun toevlucht in de wreef van Italië. De Carthagers en Grieken willen dat Rome de piraten uitlevert, maar zij geven hen asiel. Vooral Carthago is daar ontzettend kwaad over, en dat leidt tot 3 grote oorlogen van in totaal anderhalve eeuw. Deze worden de Punische oorlogen genoemd. De Grieken waren wat minder wraakzuchtig, vooral omdat ze nog steeds goed aan de Romeinen verdienden. Zij hielden zich dus afzijdig.

De Romeinen hadden geen schepen en waren dus flink in het nadeel tegenover de zeevaarders van Carthago. Maar wat zij wel heel goed konden was kopiëren. Op een dag maakten ze een Carthaags oorlogsschip buit, en dat gingen ze exact namaken. Zo bouwden de Romeinen hun eigen oorlogsvloot. Er was alleen één probleempje: ze hadden de ballen verstand van varen. Normaal gesproken is de juiste tactiek dat je je schepen mee laat varen met de wind, en daar hadden de Carthagers ook op gerekend. Maar in plaats daarvan voeren de Romeinse schepen rechtstreeks op ze af. Met deze bluf werden de Carthagers verslagen met hun eigen wapens. De Romeinen kregen Sicilië als oorlogsbuit, en zo was de eerste Punische oorlog een victorie voor de Romeinen.




De Tweede Punische Oorlog
Op Sicilië woonden ook Carthagers, en die werden na de overwinning van de Romeinen van het eiland gejaagd. Ze trokken terug naar de stad Carthago. Onder hen was een jongetje van tien jaar oud. Zijn naam was Hannibal. Hij groeide op met een diepgewortelde haat voor Romeinen, en toen hij volwassen was, zette hij een groot leger op touw om de strijd tegen de Romeinen voort te zetten. Via Noord-Afrika, de Straat van Gibraltar en Spanje komt hij bij Segunto (Barcelona).

De gouverneur van Segunto stuurt onmiddelijk een bode naar Rome, om steun te vragen. Maar de Romeinen willen al hun legers bewaren voor als de strijd voor hun deur plaats gaat vinden, en komen dus niet te hulp. Zonder al teveel moeite verovert Hannibal de stad. Hierdoor beginnen de andere bondgenoten van Rome ook te twijfelen: Rome toont zich geen trouwe vriend. Ze besluiten dat ze zich liever overgeven aan Hannibal dan te moeten vechten voor een onbetrouwbare bondgenoot, en zo staat Hannibal in no-time in de Alpen. Met olifanten steekt hij deze Alpen over en zo komt hij aan in Noord-Italië.

De consuls Minutius en Regelus gaan met grote legers het noorden om hem tegen te houden. Het wordt een hels gevecht, maar Hannibal is een groot strateeg. Binnen de kortste keren heeft hij gehakt gemaakt van die legers.

Hannibal kiest ervoor om Rome niet te belegeren. De stad heeft vele bevoorradingslijnen, dus belegering kan een behoorlijk slopende zaak worden. Daarom richt Hannibal een puinhoop aan: in de wijde omgeving verbrandt hij de akkers en verwoest hij dorpen en steden. Deze tactiek wordt de tactiek van de verschroeide aarde genoemd.

Niemand geloofde dat Hannibal nog tegengehouden kon worden. Koninkrijkjes zoals Albanië gaven al hun steun aan Hannibal. Maar die had één probleempje: zijn bevoorradingslijn was te lang. Het duurde te lang voor zijn leger bevoorraad kon worden, en daardoor begonnen zijn soldaten honger te lijden. Hannibal besloot een pauze in te lasten, en fluitend ging hij via de kortste weg terug naar Carthago. De Romeinen waren klaar om als makke lammetjes geslacht te worden, en het enige wat hij nog hoefde te doen was zijn bevoorrading op orde krijgen.

Maar de Romeinen lieten zich niet zo snel klein krijgen.....




Nadat Hannibal vertrokken was om zijn bevoorrading op orde te krijgen, zaten de Romeinen niet stil. Ze maakten van de pauze gebruik om de vele slaven die ze hadden te bewapenen en te trainen. Op die manier hadden ze weer de beschikking over een groot leger, en ze deden iets waar Hannibal niet op had gerekend. Ze gingen hem achterna! De strijd verplaatste zich dus naar Noord-Afrika. Daar had Carthago vele bondgenoten, maar via diplomatieke spelletjes slaagde de Romeinen erin een aantal bondgenoten aan hun kant te scharen. Hierdoor kon Hannibal worden verslagen. Alle Carthaagse interesses kwamen onder Romeins gezag. Zo kregen ze dus het hele Middelandse-Zeegebied in handen. Maar ook de Balkan werd gestraft, want zij hadden Hannibal gesteund.

De derde Punische Oorlog
Na deze verrassende oorlog kwam er nog één derde Punische oorlog, waarin de Carthagers weer in opstand kwamen tegen hun Romeinse bezetters. Maar toen waren de Romeinen dat hele Carthago wel zo spuugzat dat ze de hele stad verwoest hebben, en ergens in de woestijn achter hebben gelaten.

De Punische Oorlogen maakten van de Romeinen een wereldmacht, en die macht zou alleen maar groter worden. Hoe dit gebeurde kun je lezen in het tweede deel van De zegetocht van de Romeinen.




Copyright ©2003-2024