Algemene inleiding tot het vak geschiedenis Pagina: | 1 | 2 | 3 |
Wat ook altijd goede smaakmakers zijn, zijn verhalen. Verhalen kun je altijd en overal in
de geschiedenis vinden, en je ziet steeds bepaalde kenmerken terug. De kinderen weten bijvoorbeeld
allemaal dat je tevreden moet zijn met wat je hebt. Een fantastisch verhaal dat hier heel goed
bij past, is het verhaal van koning Midas, uit de Griekse mythologie. Midas wenste dat alles wat
hij aanraakte zou veranderen in goud. Zo geschiedde, maar hij kwam erachter dat het toch niet zo heel
praktisch was. Overigens: als je mythologische verhalen (of welke verhalen dan ook) wilt gebruiken,
maak ze dan eerst geschikt voor je eigen klas. Het originele verhaal van koning Midas is heel uitgebreid
en gecompliceerd. Ik heb het toen stevig bewerkt tot ik het zelfs in de kleuterklas kon vertellen.
Laat alle onbelangrijke zaken weg, tot je de essentie van het verhaal te pakken hebt. Daar gaat het om.
Verhalen kun je ook zelf verzinnen. Wat kinderen altijd heel spannend vinden, is als je iets vertelt over het leven van
iemand (liefst een kind) uit die tijd. Laat je bij het verzinnen van verhalen niet teveel weerhouden
door de juistheid van de feiten. Het maakt niet uit of een verhaal historisch verantwoord is. Het
gaat erom dat wat jij vertelt zo heeft kunnen zijn.
Als je je met geschiedenis bezighoudt, hou je je bezig met acribie, ofwel: mierenneukerij. Een tijd
gaat pas leven door de details die je erover kunt vertellen. Je kunt nog zoveel vertellen over
de grote veldslagen van Julius Caesar; als je met een munt uit de oorlogstijd van Caesar aan komt
zetten, is dat al zoveel krachtiger. En Willem II werd niet in West-Friesland verslagen, nee,
hij zakte met paard en al door het ijs en werd toen door de West-Friezen doodgemaakt. Kleurrijke
details verrijken je geschiedenisonderwijs, dus zorg dat je een paar sappige details achter de hand hebt.
Pagina: < Vorige | 1 | 2 | 3 | Volgende >
|