De prehistorie Pagina: | 1 | 2 | 3 | 4 | 5 |
Jagers hadden niet zoveel aan tellen en schrijven. Voor het jagen op wild, of het verzamelen van
natuurprodukten, had je niet zoveel scholing nodig. Bij landbouwers lag dat anders. Zij moesten
goed tellen en registreren wat zij allemaal voor bezittingen hadden. Dat deden ze door middel van
een schrift. Er waren in die tijd twee schriften: de hiërogliefen uit Egypte en het spijkerschrift
in Mesopotamië. Deze twee ontmoetten elkaar in Jordanië, waar beide volkeren wisselend de macht
hadden. Via Fenicië is het schrift tenslotte op het eiland Kreta gekomen, en de Grieken hebben daar
nog wel een aardig verhaal over.
De oppergod van de Grieken, Zeus, werd verliefd op een prinses uit Fenicië. Haar naam was Europa.
Hij verscheen voor haar in de gedaante van een stier, en Europa zag hem wel zitten. Ze klom op zijn rug
en samen gingen ze naar Kreta. Het werd een behoorlijk heftige liefdesnacht, maar toen verliet
Zeus haar. Ondertussen had de vader van Europa gehoord wat er was gebeurd. Hij zond zijn drie
zonen erop uit om Europa te gaan zoeken. De jongste, Catmos, ging eerst maar eens naar het Orakel
van Delphi. Volgens dat orakel moest hij gaan zoeken naar de plaats waar de koe ging liggen.
Catmos ging er weer op uit en toen hij op het eiland Kreta aankwam, vond hij daar inderdaad een
koe die prompt ging liggen. Op die plaats stichtte Catmos een stad en hij gebruikte daar het
schrift van de Feniciërs. Zo kregen de Grieken hun schrift.
Onnodig te zeggen natuurlijk dat de werkelijke reden van deze uitwisseling van schriften de
opbloeiende handel tussen de Grieken, Egyptenaren en Mesopotamiërs was.
Pagina: < Vorige | 1 | 2 | 3 | 4 | 5 | Volgende >
|