De prehistorie Pagina: | 1 | 2 | 3 | 4 | 5 |
Rond 2000 v. Chr. brak de bronstijd aan. Brons is gemaakt van tin en koper, maar beide komen niet in
Nederland voor. Tin komt van de Scilly Islands, bij Cornwall. Koper komt van Cyprus, Scandinavië,
Frankrijk en andere delen in Europa. Er moet dus in die tijd al contact zijn geweest tussen volken.
Er waren dus bronsgieters die rondreisden om hun kunsten aan te bieden in ruil voor voedsel,
onderdak etc.
Vanaf 1000 v. Chr. duiken er ijzeren voorwerpen op. IJzer is wel in Nederland te vinden, bijvoorbeeld
in moerassen. Je kunt je dan ook afvragen waarom de mensen niet eerst ijzer gingen gebruiken in
plaats van het veel moeilijker verkrijgbare brons. De reden hiervoor ligt in het smeltpunt van ijzer.
Dat ligt vele malen hoger dan het smeltpunt van brons. De mensen moesten dus eerst een manier zien
te vinden om het vuur zo heet te krijgen dat ze ook ijzer konden smelten. Pas toen brak de
ijzertijd echt aan.
Het was in die tijd dat er in Italië iets opmerkelijks gebeurde, aan de monding van de rivier de
Tiber. Daar bivakeerden destijds herders. In het voorjaar, de tijd van veel neerslag, moesten deze
herders beschutting zoeken op de heuvels, waar ze ook hun doden begroeven. Nu was het zo dat elke
stam zo'n beetje zijn eigen heuvel had. Maar rond 800 v. Chr. besloten ze ook elkáárs heuvels te gaan
gebruiken. Deze samenwerking tussen de herdersvolken leidde tot een mijlpaal in de geschiedenis: de
stichting van Rome. En hoe het dan verder gaat, dat lees je in
De zegetocht van de Romeinen.
Pagina: < Vorige | 1 | 2 | 3 | 4 | 5 |
|